ENKHUIZEN - Er zijn niet veel mensen die het weten, maar Nederland is wereldspeler op het gebied van plantenveredeling en de distributie van zaden. De provincie Noord-Holland heeft sinds kort een nieuw museum die hier met tentoonstellingen en educatieve programma’s aandacht aan geeft: Sow to Grow.


Een subsidie van provincie Noord-Holland wordt gebruikt voor het versterken van de marketing en communicatie en het verhogen van de bezoekersaantallen.

Sow to Grow is gevestigd in het prachtige, historische pand van het voormalige weeshuis in hartje Enkhuizen, als opvolger van het museum Saet en Cruyt in Andijk. “In de oude setting was de blik vooral gericht op de geschiedenis”, vertelt bestuurslid Tom Venneman. “Met het nieuwe museum kijken we ook nadrukkelijk naar het heden en de toekomst.”

Belangrijk, vindt lid van de Educatiecommissie en fondsenwerver Jan Timmerman. Plantveredeling gaat immers over het (door)ontwikkelen van planten en gewassen, zodat ze zo nauw mogelijk aansluiten op de wensen en behoeften van mensen. “In deze tijd van toenemende bevolkingsgroei en klimaatverandering wordt de rol van planten steeds belangrijker. Plantenveredeling versterkt de kwaliteit en kwantiteit van voedsel voor mens en dier, maar ook de leefbaarheid van onze planeet.”

Er klinkt trots door in de stemmen van beide heren. Ze zijn nu gepensioneerd, maar waren daarvoor vele jaren actief in de plantenveredeling. “Wij vinden het bijzonder dat Nederland een grote speler is binnen dit vakgebied, en daarmee een belangrijke bijdrage levert aan de wereldvoedselvoorziening.”

Ontdekken, ervaren en beleven

Een bezoek aan Sow to Grow is een heuse experience. Met digitale hulpmiddelen kunnen bezoekers de wereld van plantenveredeling en zaden zelf ontdekken, ervaren en beleven. Behalve het algemene publiek en professionals bestaat de doelgroep uit scholieren. Wekelijks struinen leerlingen uit groep 7 van het basisonderwijs door het museum. “Wij hopen hen te inspireren en te interesseren in dit onderwerp. De sector kan veel mensen gebruiken. Niet alleen voor de veredeling zelf, maar ook op het gebied van techniek, HR, financiën en andere domeinen.”

Omdat de sector zich relatief terughoudend opstelt en weinig doet aan publiekscommunicatie, neemt Sow to Grow die rol op zich. Inmiddels sponsoren diverse bedrijven uit de branche het museum.

Project Voorwaarts

Begin 2022 zag een marketing en communicatieplan het licht. “Mensen lopen hier eigenlijk altijd enthousiast de deur uit”, licht projectleider Jan van Berkel toe. “Toch blijven de bezoekersaantallen enigszins achter. Met het plan hebben we daarom ideeën bedacht om daar iets aan te doen.”

De subsidie, die Sow to Grow met succes aanvroeg en nu maandelijks in delen ontvangt, geeft het museum de mogelijkheid om het plan ten uitvoer te brengen. “Het dekt 80% van de kosten, dat is aanzienlijk. Voor de resterende 20% hebben we toezeggingen ontvangen van de gemeente en de Rabobank. Het Project Voorwaarts, zoals we dit noemen, is financieel dus helemaal rond.”

Sow to Grow wil de boodschap eerst helemaal goed doordacht hebben, en zal daarna op allerlei manieren naar buiten treden en nieuwe bezoekersgroepen aanboren. “We denken onder andere aan meer en beter gebruik van social media. Daar kunnen we nu expertise voor inhuren. Met die ondersteuning hopen wij bijvoorbeeld meer leerlingen uit het voortgezet onderwijs te bereiken, en meer potentiële bezoekers van buiten de regio.”

Moed

Hoe belangrijk is de subsidie voor Sow to Grow? Timmerman: “Het is op de korte termijn belangrijk om de ideeën uit ons marketing en communicatieplan uit te kunnen voeren. Maar in het verlengde daarvan gaat het om meer dan dat. Onze dagelijkse bedrijfsvoering wordt gesteund door sponsoren. Die willen van ons weten hoe het zit met de bezoekersaantallen. Als we met onze plannen meer bezoekers trekken, is de kans groter dat we de steun van onze sponsoren behouden. Dus de subsidie helpt ons ook om het voortbestaan van Sow to Grow op de langere termijn te waarborgen.”

Venneman roept de donkere dagen van de coronalockdowns in herinnering, toen musea de deuren moesten sluiten en hun inkomsten verloren. “Er was wel steun voor musea, maar als klein museum voldeden wij niet aan de criteria die daarvoor golden. Lange tijd hebben wij niets ontvangen van het Rijk, de provincie of gemeente. Gelukkig heeft de gemeente later toch een stap gezet, en ontvangen we nu ook deze subsidie van de provincie. Dat geeft de burger weer moed!”